Februari 2024
Marieke Schuurman – van der Heyden
Orthopedagoog ouderen – senioren-coach
Bureau www.leef-tijd.com Utrecht
Het overlijden van mijn ouders heb ik van dichtbij meegemaakt.
Zij zijn beiden thuis overleden.
Bij mijn vader stond ik wat meer op afstand. Mijn moeder had de dagelijkse zorg, bijgestaan door thuiszorg en de huisarts. Het voelde of ik het stervensproces niet geheel kon volgen.
Bij mijn moeder stonden wij als kinderen dichtbij. Bijgestaan door de huisarts en vele bezoekers. Hier voelde ik mij zeer verantwoordelijk. Een totaal andere beleving en een volledig invoelbaar meebeleven van het stervensproces.
Nu allerlei regeldingen (huis, kleding, administratie etc.) voorbij zijn en het overlijden enige jaren geleden is, maak ik de balans op.
Hoe kijk ik naar mijn eigen sterfelijkheid na de mantelzorgperiode?
- het overlijden is nu, van binnenuit voelbaar, bij mijn leven gaan horen
- ik ga makkelijker in gesprek over onze sterfelijkheid
- ik heb interesse om wilsverklaringen op te stellen
- ik heb een besluit genomen hoe en waar ik begraven wil worden.
Het is voor mij een geruststelling dat er steeds meer aandacht is voor palliatieve zorg.
‘Er zijn’ (presentie) voor de ander is van groot belang.
En als we dan in gesprek willen of kunnen, welke vragen kunnen we dan stellen?
Erover praten is toch weer anders dan het daadwerkelijk van dichtbij meemaken.
Carlo Leget spreekt niet voor niets over Stervenskunst (Leget, Carlo, Van Levenskunst tot stervenskunst, Over spiritualiteit in de palliatieve zorg, 2016, Lannoo)